donderdag, september 28, 2006

Mobilereporters eerste site voor burgerjournalistiek

Bron: emerce

Niet Skoeps.nl maar Mobilereporters.org is de eerste Nederlandse burgernieuwswebsite waar mobiele videofilmpjes centraal staan, aldus de makers van Mobilereporters. Deze week werd bekend dat PCM samen met Talpa in oktober met Skoeps.nl start. Een vergelijkbare, zij het een stuk minder ambitieuze, site bestaat met Mobilereporters al.
Mobilereporters is op dit moment bezig met het verwerven van bekendheid. In maart ging de site ‘in stilte’ van start. Op de site tonen jongeren hun videoverslaglegging.

Martin Takken is mede-initiatiefnemer van het project en heeft de site opgezet. “Ik had al eerder projecten gedaan met mobiele telefoonfilmpjes. Het leek me interessant om te zien wat voor een filmpjes mensen maken met hun mobieltje.” De Digitale Pioniers, een regeling voor maatschappelijke organisaties met een vernieuwend idee voor internet, ondersteunden het project financieel.

Mobilereporters kent een veel kleinschaliger opzet dan Skoeps.nl. Die laatste site wil gaan werken met een landelijk netwerk van tienduizenden mensen die nieuwswaardige gebeurtenissen zien en opnemen. Vijfhonderd officiĆ«le Skoep-reporters moeten twee primeurs per week afleveren, schreef Planet deze week. Daarnaast wil Skoeps een groot aantal gelegenheids-skoepers stand-by houden. Skoeps richt zich niet alleen op ‘groot’ nieuws, maar ook foto’s en video’s van festivals of bijvoorbeeld een ontgroening zijn welkom.

Op Mobilereporters kan, in tegenstelling tot Skoeps.nl, iedereen zijn mobiele video’s kwijt. Redactionele tussenkomst vindt niet plaats, tenzij er ongepaste video’s worden ge-upload, zegt Takken. “We proberen er zo weinig mogelijk tussen te zitten.”

Takken wil de site zo persoonlijk mogelijk houden. “We willen geen grote vergaarbak worden. “ Hij houdt contact met gebruikers door onder meer workshops te geven op scholen of in jongerencentra.

In Nederland zijn op regionaal niveau al enkele online burgerjournalistieke initiatieven. Bij deze initiatieven staan niet video en foto, maar geschreven tekst centraal. Zo kunnen op het digitale plein van Twentsche Courant Tubantia inwoners van verschillende Twentse steden en dorpen sinds januari op digitale dorps- en stadspleinen hun berichten kwijt. Soms vinden deze berichten, na redactionele tussenkomst, hun weg naar de papieren editie van de krant.

Internationaal zijn de sites Scoopt (Verenigd Koninkrijk) en CNN Exchange voorbeelden op het gebied van burgerjournalistiek. CNN lanceerde in augustus CNN Exchange waarop internetters hun nieuwsgerelateerde video’s, foto’s en verhalen kunnen uploaden en delen met andere internetters. Video's en foto's met hoge nieuwswaarde kunnen door CNN worden gebruikt op de televisiekanalen van CNN of op CNN.com.

donderdag, september 21, 2006

Albert Heijn start met Bluetooth-reclame in Den Bosch

Bron: webwereld

Een Albert Heijn-vestiging in Den Bosch zal als eerste klanten trakteren op reclameberichten via Bluetooth. In de 'Bluetoothflyer' staat informatie over Aziatische levensmiddelen.

Bosschenaren die hun boodschappen in de Albert Heijn-vestiging doen, ontvangen alleen een tekstbericht als ze de Bluetooth-functie van hun telefoon aan hebben staan tijdens het winkelen. Bovendien wordt de reclameboodschap voorafgegaan door een bericht waarin de gsm-bezitter gevraagd wordt of hij de berichten wil ontvangen.

De Bluetoothmarketing is een initiatief van Albert Heijn en Go-Tan, producent van Aziatische levensmiddelen. In de gratis tekstberichten die in de supermarkt worden verstuurd, worden klanten verwezen naar een gedeelte van de supermarkt waar Go-Tan producten te vinden zijn. De tekst van het bericht luidt: "Stel je wokgerecht samen in de Go-Tan wokshop in dit AH-filiaal."

De actie in de supermarkt in Den Bosch duurt twee weken en omvat naast de Bluetoothreclame ook ingrediƫnten als oosterse danseressen, vechtsportdemonstraties en kooksessies.

dinsdag, september 19, 2006

Grote merken willen beter mobiel internet

bron: emerce

Een aantal grote bedrijven, waaronder de Rabobank, ANWB, De Telegraaf en Endemol,is een samenwerking gestart om belemmeringen die een groei van mobiel internetten in de weg staan, weg te nemen. Netwerkoperators bieden gebruikers een beperkte keuzevrijheid van sites omdat ze op hun portal meestal alleen verwijzen naar door hen geselecteerde sites, vinden de partijen die zich hebben verenigd in het initiatief Open Mobiel Internet (OMI). Ook de onduidelijkheden over de kosten van mobiel internetten vormen een belangrijke belemmering, vindt het OMI.

Het OMI streeft ernaar dat consumenten vrij kunnen surfen over het mobiele internet en eenvoudig toegang hebben tot de sites die zij willen bezoeken.

De mobiele netwerkoperators hebben, zo legt Paul Brackel van het OMI uit, een tuin met een muur opgetrokken. Hij doelt op de eigen mobiele portals van de operators. “Je kunt vanuit die portals wel het ‘open internet’ op, maar voor veel gebruikers is het onduidelijk hoe dat moet.” Het OMI streeft ernaar dat consumenten vrij kunnen surfen over het mobiele internet en niet blijven ‘hangen’ in de door de providers voorgeselecteerde ruimten.

Ander probleem is, zegt Brackel, dat elke netwerkoperator andere eisen (technisch, lay-out) stelt aan contentproviders, partijen met een mobiele internetsite.

Een van de initiatiefnemers van het platform is de Rabobank. Deze bank constateerde dat het aantal mobiele Internetbankierders erg achterblijft vergeleken met de normale internetbankiers. De Rabobank heeft er belang bij om met mobiel een extra klantkanaal te hebben.

“Wij juichen het toe dat belangrijke partijen zoveel waarde hechten aan mobiel internet als volwaardig platform om contact te leggen met klanten,” zegt een woordvoerder van KPN. KPN is volgens de woordvoerder in gesprek met het OMI. “Wij onderstrepen de doelstelling van het OMI om te komen tot meer standaardisering.” Als het om standaardisering gaat doelt de woordvoerder met name op de mobiele toestellen. “Je hebt te maken met honderden typen toestellen met andere maten, schermen, noem maar op. Hoe meer eenduidigheid daarin komt, des te beter.”

De partijen die betrokken zijn bij het OMI zijn ANWB, Bel Company, de Consumentenbond, Endemol, Meteo Consult, Rabobank, De Telegraaf, Sportsplaza, TNO-ICT en Universal Music. Voordat deze ‘contentproviders’ echt in gesprek gaan met de mobiele netwerkoperators, moet eerst onderling een gemeenschappelijke lijn zijn afgesproken, zegt Brackel. “Informeel hebben we al contact met de operators. Maar voordat we voorstellen gaan doen, willen we eerst intern dezelfde kant uitkijken.” Het OMI wil ook in gesprek met de fabrikanten van mobiele toestellen, omdat het gebrek aan standaardisering bij de toestellen ook een probleem vormt.

Ander probleem met mobiel internet is dat het duur is en de prijsstelling onduidelijk is, zegt Brackel. “Als je mensen laten betalen per megabyte, schrikt dat af. Mensen weten meestal niet wat ze daarvoor krijgen.” Een duidelijke transparante prijs zou veel beter zijn volgens hem.

dinsdag, september 12, 2006

Winkelstraten op mobieltje

Bron: Emerce

NLstreets, een website en magazine dat ondernemers in bijzondere en zogenaamde authentieke Nederlandse winkelstraten promoot, breidt uit naar een derde platform: NLstreets-mobiel. Op de mobiele versie van NLstreets, die beschikbaar is via providers KNP, T-Mobile, Telfort en Orange kunnen Nederlanders onder meer de NL-streets winkelstraten bekijken, zien welke aanbiedingen ondernemers aanbieden en een route naar de winkelstraat vinden.

De website NLstreets bestaat meer dan twee jaar. Op de site staan winkelstraten met een bijzonder winkelaanbod in grotere Nederlandse steden. Voorbeelden zijn de Folkingestraat in Groningen, Denneweg in Den Haag en Cornelis Schuytstraat in Amsterdam.

De straten zijn virtueel te bekijken in fotografische beelden; alleen winkels in een straat die zijn aangesloten bij NLstreets zijn in kleur zichtbaar. Wie op een winkel klikt, krijgt meer informatie te zijn. Op dit moment zijn volgens Astrid van Heinsbergen van NLstreets in totaal zo’n 370 ondernemers aangesloten, verdeeld over zes steden. De site heeft maandelijks zo’n 25.000 unieke bezoekers.

Ondernemers die meedoen betalen jaarlijks een bedrag van 350 euro. Daarvoor krijgen ze aandacht op de website en ontvangen ze exemplaren van het papieren magazine van NLstreets, die zij kunnen verspreiden in hun winkel. De papieren uitgaven van NLstreets is kort na de start van de website gelanceerd en heeft een oplage van 20.000 per kwartaal. Het blad NLstreets besteedt aandacht aan ondernemers die zijn aangesloten, maar ook aan architectuur, kunst en cultuur.

Oktober is het reclamebureau achter NLstreets. Een team van zes man werkt aan het winkelstratenplatform, vertelt Heinsbergen. NLstreets maakt geen winst, over omzetcijfers doet Heinsbergen geen uitspraken. NLstreets verdient geld aan de jaarlijkse ‘contributie’ van ondernemers, advertenties in het blad en aan advertenties op internet. Op de internetpagina is advertentieruimte te koop in virtuele abri’s.

De mobiele site die online is gegaan is ontwikkeld door ADGJ, een bureau voor mobiele marketing. Heinsbergen denkt dat mobiel voor kleinere ondernemers op dit moment behoorlijk vooruitstrevend is. “Net als internet dat ook nog was voor hen toen we meer dan twee jaar geleden startten.” Heinsbergen gelooft echter wel in de toepassing. In de toekomst hoopt NLstreets ook dat ondernemers de mobiele site gebruiken om bijvoorbeeld lidmaatschapspasjes van winkels aan te bieden.

maandag, september 11, 2006

Mobile advertising komt eraan

Bron: Tijdschrift voor Marketing

Adverteerders zullen de komende vijf jaar meer dan 11,35 miljard dollar spenderen aan advertenties op biele telefoons,a ldus het Britse onderzoeksbureau Informa Telecoms & Media.

Het komende jaar al zullen veel consumenten dit al gaan merken, doordat dat er steeds meer advertenties op hun mobiel verschijnen. En veel mobiele operators gaan zich richten op gesponsorde content,aldus het bureau. Je hebt natuurlijk content die meer geschikt is voor sponsoring dan andere. Mobiele televisie bijvoorbeeld is uitermate gecshikt voor advertenties, met name omdat distributie duur is en omdat iedereen televisie toch al associeert met reclame.

Mobiele telco’s gaan gebukt onder hevige concurrentie. Veel bedrijven fuseren dan ook, stellen hun prijzen naar beneden bij, ontwikkelen goedkopere telefoontjes en investeren in snellere netwerken. Winst maken wordt hierdoor steeds lastiger. Alle ogen zijn dan ook gericht op gesponsorde content op het gebied van mobiele televisie, muziek en internetportals. De content moet meerwaarde bieden aan consumenten en de inkomsten per gebruiker omhoog brengen.

Mobiele kanalen hebben een puntje voor op internet; adverteerders hebben bij dit kanaal de becshikking over een enorm grote doch gepersonaliseerde markt. Internet heeft ook een groot bereik, maar veel minder de beschikking over gepersonaliseerde data. Informa voorspelt in 2006 zo’n 2.1 miljard geregsitreerde mobiele gebruikers, en bijna 4 miljard in 2011.

Mobiele operators kunnen adverteerders niet voorzien van gepersonaliseerde informatie over individuele gebruikers, maar kunnen de demografische informatie wel inzetten om er achter te komen wat de meest effectieve merken en adverteerders zijn om in te zetten. Adverteerders kunnen vervolgens makkelijk meten wat er met hun advertentie wordt gedaan.

En Informa vond na een steekproef onder 630 consumenten uit dat 40 percent gesponsorde content wil ontvangen tijdens het kijken naar mobiele televisie of video. 35 procent wil advertnties bekijken bij het spelen van games en 27 procent heeft niets tegen gesponsorde content terwijl er muziek wordt beluisterd. Uiteraard alleen als de services tegen gereduceerde kosten worden aangeboden.

Consumenten hoeven overigens niet bang te zijn overspoeld te worden door telemarketeers of spam volgens Informa. Er is wetgeving in de maak, zoals de Europese ‘televisie zonder grenzen’-regelgeving, die nieuwe mediacontent- en reclamestandaarden streng gaat reguleren. Mobiele adverteerders kunnen daarnaast puur werken op basis van opt-in regels.