Column door Marcel Kolb, Sr. Sales Account Manager, HotSMS
De mobiele markt op dit moment bevindt zich op een interessant punt. Bijna alles is mogelijk, mobiel deuren openen, mobiel entertainment tot je nemen zoals clips, streaming video en nieuwsuitzendingen, mobiel tickets reserveren en betalen, mobiel parkeren, mobiel MSNen, MMSen, mobiel bluetooth berichten ontvangen, mobiele ringtones installeren, mobiel informatie bestellen, mobiel meedoen aan prijsvragen, SMSen en tot slot ook nog eens mobiel bellen.
Als we naar dit scala aan mogelijkheden kijken is het aardig om te kijken naar wat we (en met “we” bedoel ik ons, consumenten) op dit moment echt doen met onze mobiele telefoon.
Ik heb zelf een telefoon van ongeveer een jaar oud. Een gewoon toestel, met GPRS verbinding, cameraatje, MP3 speler en (dat dan weer wel) een touch screen. Mijn neefje van 17 heeft een toestel met meer functionaliteiten. Ik heb hier bewust voor gekozen, omdat ik bij onze afnemers het liefst mobiele mogelijkheden laat zien, waar ze zelf ook iets mee kunnen.
Als ik navraag doe bij mijn eigen vriendenkring, voor een groot deel (young, leeftijd 30-40 jaar) urban professionals, op produktadaptatieniveau schat ik ze in als fast majority, krijg ik de volgende uitkomst: Ze bellen, SMSen, MMSen (soms), downloaden wel eens een ringtone, nemen regelmatig snapshots met hun mobiele camera en gebruiken bluetooth om de telefoon met hun carkit of headset te verbinden.
Al die andere mogelijkheden, zoals videoclips bekijken, zijn nog niet echt geland bij deze doelgroep. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat dit nooit zal gebeuren. Maar de huidige stand van zaken voor het gebruik van de mobiele telefoon, lijkt zich nu eenmaal te beperken tot de meer gebaande paden. Bij jongeren tot ca. 30 jaar, voor zowel online als Mobiele communicatie de ECHTE early adapters, ligt dit heel anders. Die lijken veel meer tech-minded te zijn. Alles wordt uitgeprobeerd en de applicaties/mogelijkheden die niet goed werken worden genadeloos afgeknald, maar de echt zinvolle of leuke zaken, worden ook meteen geintegreerd in het dagelijks gebruik. Deze jongeren staan ook heel anders tegenover dit soort zaken dan mijn leeftijdscategorie. Logisch, want ik kan mij nog een tijd herinneren zonder mobiele telefoon en zelfs zonder masaal gebruikt internet. Ik kijk dan ook vol ontzag en vaak een beetje nerveus naar het gemak waarmee jongeren multi-taskend kunnen communiceren.
Ook hun houding ten opzichte van betaalde diensten is anders. Terwijl in de platenzaken inmiddels bijna geen klant meer jonger dan 30 jaar is, wordt voor het downloaden van een mobiele ringtone grif € 1,50 en regelmatig het dubbele neergeteld. Hetzelfde geldt voor logo’s en mobiele games. Een aantal bestaande Businessmodellen zijn genoodzaakt zich te vernieuwen onder druk van de, vooral jonge, consument.
De ringtonemarkt is een van de snelst groeiende entertainmentmarkten ter wereld. In het verlengde daarvan hoor je steeds vaker het woord convergentie vallen (het samengaan van de mobiele markt met de entertainment markt). Het lijkt dan ook bijna onvermijdelijk dat de mobiele handset en de daarop beschikbare diensten, qua ontwikkeling de weg naar convergentie zullen volgen met in de slipstream daarvan legio diensten die het leven van de consument zullen vereenvoudigen.
Nu las ik in een eerder geplaatste column op deze site dat de grootste vraag is, of de Nederlandse consument dit ook zo ziet, of zal gaan zien. Je hoort hier al snel uitspraken over Big Brother, die toch vooral niet te veel mag weten over ons doen en laten. En inderdaad is de database-angst van de consument aanzienlijk. Het toeval wil, dat ik onlangs op een bijeenkomst van de MWG, de vereniging voor commerciële communicatie, aanwezig was. Er werd gesproken over internet als advertentiemedium en Online verdienmodellen waarbij flink wat paralellen te trekken zijn naar de mobiele markt. De zaal was gevuld met een bonte verzameling mensen die een ding gemeen hebben: Ze zijn werkzaam binnen de mediabranche. We hebben het over media- en communicatiebureau’s, exploitanten van traditionele- en nieuwe media, communicatie adviseurs en mediamanagers van adverteerders. Kortom, decision makers uit de mediawereld. Men kon per SMS stemmen op een aantal stellingen. Waar ook een panel van deskundigen commentaar op gaf.
Een van deze stellingen was bijvoorbeeld dat de consument niet bereid zou zijn om te betalen voor (media)content. Meer dan 60% van de stemmers uit de zaal was het hier mee eens. Mij lijkt het een grote ontkenning van de realiteit onder jongeren. Dit bleek ook wel uit de reacties van het panel. Men gaf aan dat “Need to Know content” misschien een uitzondering zou kunnen zijn op de stelling. Niemand die het had over “Want to Have content”, waar het convergentiemodel op gestoeld is.
Tijdens de zelfde sessie werd gesproken over personalisering van internet advertising. Weer zo’n thema, waar mobiele communicatie moeiteloos op aanhaakt. Als er één communicatiemiddel is met een persoonlijke identifier, dan is het wel de mobiele telefoon. In de zaal heerste concensus over de wenselijkheid en mogelijkheden hiervan, maar geen van de aanwezigen wenste zijn of haar naam in een database tegen te komen, waardoor het hele idee weer onderuitging.
Toch hebben dit soort mogelijkheden wel degelijk toekomst. En die toekomst zoek ik dan weer bij de jongeren van nu, die naar mijn persoonlijke ervaring helemaal geen probleem hebben met databases, zolang er maar iets van waarde tegenover staat. En het mooie is dat ze vanzelf ouder worden en daarmee als doelgroep voor een steeds grotere groep adverteerders en dienstenaanbieders steeds belangrijker worden. Daar hoef je helemaal niks voor te doen.
En al die decision makers uit die zaal? Die zouden nog eens goed moeten kijken naar de dingen die hun (toekomstige) doelgroep nu doet. Want anders gaan ze de boot missen en daar is niemand mee gediend. Het is misschien nog niet te laat!